Goed openbaar vervoer en veilige wegen, een bibliotheek in de buurt, bloeiende sportvoorzieningen. Het zijn zaken waar niemand op tegen is. Er werd onlangs juist nog hard campagne vóór gevoerd, tijdens de Provinciale Statenverkiezingen. Het zijn voorzieningen die persoonlijke vrijheid, samenhorigheid en economisch voorspoed brengen. En het zijn publieke voorzieningen en vaak de verantwoordelijkheid van gemeenten. Gemeenten hebben dus voldoende geld nodig om ze in stand te houden. En juist dat geld staat onder druk nu gemeenten opnieuw worden gekort door de plannen van het Kabinet in de voorjaarsnota van de Rijksoverheid.
Is het kabinet dan tegen deze voorzieningen? Nee. Maar in Den Haag lukt het maar niet om de middelen voor het gemeentefonds op orde te brengen. Het huidige kabinet deed bij hun aantreden een grote greep uit het gemeentefondswaarmee vanaf 2026 een structureel tekort ontstaat van 3 miljard euro. Juist structureel geld is nodig om de grote opgaven van deze tijd aan te kunnen. En al sinds 2012 hanteert het Rijk een korting op het gemeentefonds om er voor te zorgen dat gemeenten ‘opschalen’. Het idee achter opschalen is dat als gemeenten samengaan en groter worden, ze ook efficiënter worden en dus met minder geld af kunnen. Dat opschalen echt werkt, is nog nooit bewezen. Wat wél is bewezen, is dat door efficiëntie-denken inwoners verder af komen te staan van hun overheid en door gedwongen bezuinigingen slechter toegang hebben tot belangrijke voorzieningen zoals de bibliotheek, het buurthuis en de sportvereniging. Jeugdzorg en ouderenzorg komen tegelijkertijd onder steeds grotere druk te staan te meer omdat er te weinig geld is voor preventie. Om nog maar over het aanpakken van de woningcrisis, asielcrisis en stikstofcrisis te zwijgen.
Wij hebben als gemeenten de Provincie nodig als onze bondgenoot. De Provincie heeft een hele belangrijke rol voor ons als gemeenten. Ze zijn toezichthouder op de financiën én medeverantwoordelijk voor veel taken die gemeenten ook hebben.
Op dit moment onderhandelen BBB, VVD, CDA, SGP en ChristenUnie over de toekomst van Gelderland, en daarmee over de toekomst van de Gelderse inwoners en dus de Gelderse gemeenten. Ieder van de onderhandelende partijen hecht op zijn eigen manier aan vrijheid, samenhorigheid en voorspoed én aan het oplossen van die problemen die onze inwoners elke dag raken. Daarom roepen wij hen op om – net als vorig jaar – naast ons te komen staan. Niet alleen om ruim baan te geven aan een goede samenwerking met de Geldersegemeenten, het toezicht op gemeentefinanciën te versoepelen – zodat we niet steeds hoeven te bezuinigen – en als Provincie te blijven investeren in de belangrijke opgaven waar Gelderland voor staat. Maar ook om gezamenlijk met de gemeenten een vuist te maken richting het Rijk. Lever Den Haag een paar Gelderse streken door onze inwoners niet in de kou te laten staan.
Marinka Mulder, wethouder Financiën gemeente Renkum
Guido van Vulpen, wethouder Financiën gemeente Wageningen
Dorus Klomberg, wethouder Financiën gemeente Rheden
Arthur Boone, wethouder Financiën gemeente Zevenaar
Birgit van Veldhuizen, wethouder Financiën gemeente Doesburg
Simon Warmerdam, wethouder Financiën gemeente Rozendaal
Paul Smeulders, wethouder Financiën gemeente Arnhem
Johannes Goossen, wethouder Financiën gemeente Duiven
Nick Hubers, wethouder Financiën gemeente Lingewaard
Peter Pennekamp, wethouder Financiën gemeente Westervoort
Rik van den Dam, wethouder Financiën gemeente Overbetuwe