Kabeljauw

Ongetwijfeld kent u de beroemd geworden regels uit het gedicht het Huwelijk van Willem Elsschot:” want tussen droom en daad  staan wetten in de weg en praktische bezwaren,  en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,  en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.”
Die regels lijken haast geschreven te zijn voor het voorstel bestemmingsplan Kabeljauw. Droom en daad staan op gespannen voet met elkaar.
De droom is de situatie die zou kunnen ontstaan zijn na verplaatsing van het bedrijf Gerritsen. Dit  neemt immers aan de Kabeljauw een bijzondere plek in. Het bedrijf ligt in het Renkums Beekdal, vlakbij het Natura 2000-gebied. Van de daad, de bedrijfsverplaatsing, is het helaas nog niet gekomen.
In het raadsvoorstel wordt  verslag gedaan van alle  inspanningen die er de afgelopen jaren door diverse partijen zijn geleverd om de droom werkelijkheid te laten worden. Zeven jaar lang is nagedacht, gezocht, gepraat en onderhandeld over verplaatsing . Spijtig dat dit nog niet is gelukt. Een goede nieuwe locatie binnen of buiten de gemeentegrenzen is niet gevonden. Er stonden te veel wetten en vooral praktische bezwaren in de weg. Het  is financieel niet mogelijk.
Is daarmee een abrupt einde gekomen aan de droom? Het college vindt van niet. Het sluit niet uit dat in de toekomst door gewijzigde omstandigheden zich weer een situatie voor gaat doen waarbij opnieuw naar bedrijfsverplaatsing gekeken wordt. De droom,  het vergezicht, de verbeelding moet blijven! En dat is goed. Politiek is immers ook verbeelding  (al schieten sommige Haagse fractievoorzitters daar wat in door)
Maar het is ook goed te doen wat onder de huidige omstandigheden van een bestuurder verwacht mag worden; een einde maken aan jaren van slopende onzekerheid voor betrokkenen en daarom met die betrokkenen  heldere en reële afspraken maken zodat het huidige gebruik op de juiste wijze wordt bestemd en de eindsituatie voor het bedrijf op de locatie vastligt. Ter plaatse hebben we kunnen zien wat dat voor de komende jaren betekent. Voor onze fractie acceptabel. Zeker in de wetenschap dat dat hierdoor een flink stuk werkgelegenheid (in het hoogseizoen zo’n 75 mensen) voor Renkum behouden blijft.
Tenslotte  Onze fractie heeft met waardering kennis genomen van het besluit van een reclamant zijn zienswijze in te trekken. Zijn ampele overwegingen zijn ons uit het hart gegrepen!