7 januari 2015

(herhaalde) vragen fractie PvdA over de stand van zaken m.b.t. het vertrekarrangement

Op 4 november ontving de raad de antwoorden op de o.a. door onze fractie gestelde vragen over het vertrekarrangement. Drie van de gestelde vragen (vraag 4, 5 en 7) waren op dat moment nog niet te beantwoorden. Wij gaan er van uit dat dit nu (januari 2015) wel mogelijk is. Wij leggen u deze vragen daarom opnieuw ter beantwoording voor. Daarnaast leggen wij u enkele  aanvullende vragen  ter beantwoording voor:
4 oud. Kunnen de taken (werkzaamheden) van de vertrekkende werknemers gestopt worden zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering?
5 oud. Indien het antwoord op de vorige vraag neen is; moeten er kosten worden gemaakt, bijvoorbeeld omdat de werkzaamheden door andere (eigen of ingehuurde) medewerkers uitgevoerd moeten worden?
7 oud. Welk financieel voordeel levert het a.s. vertrek van deze medewerkers op?
8. In het raadsvoorstel  is er van  uitgegaan dat 27 medewerkers (24,5 fte) gebruik gaan maken van de regeling. Het uiteindelijke aantal medewerkers dat gebruik heeft gemaakt van de regeling bedraagt 7 (5,36 fte).
Welke verklaringen zijn  er volgens u voor de betrekkelijk geringe animo (22% van het verwachte aantal )?

9. Tijdens de behandeling van het raadsvoorstel stelde de portefeuillehouder, aldus het verslag,  dat: “Er is gekeken naar het Groninger model. Serieus gekeken. Hij sluit ook niet uit dat er nog een keer naar het model gekeken wordt en ook naar individuele gevallen kan nog gekeken worden.”
Wanneer kan de raad het resultaat van het nog een keer kijken naar het model en het kijken naar individuele gevallen tegemoet zien?