Door op 1 april 2015

Vragen PvdA over duurzaam inkopen

De PvdA vroeg aan het college of Renkum al 100% duurzaam inkoopt.
Uit het antwoord blijkt dat er nog een lange weg is te gaan.

Uit een quick scan uitgevoerd door de ondernemersvereniging De Groene Zaak blijkt dat de landelijk afgesproken doelstelling ’honderd procent duurzaam inkopen per 1 januari 2015’ door provincies en gemeenten niet is gehaald. In de Milieunota Renkum 2013 – 2016 is t.a.v. duurzaam inkopen als doel opgenomen: ‘in 2016 is minimaal 50% van alle inkopen van de gemeente duurzaam.’

1. Hanteert de gemeente Renkum bij duurzaam inkopen het landelijk afgesproken percentage van 100% per 1 januari 2015 of het in de Milieunota 2013-2016 genoemde percentage van minimaal 50% in 2016? Gaarne een toelichting bij het antwoord.

In het vastgestelde Inkoop- en aanbestedingsbeleid 2013 is de doelstelling opgenomen dat de gemeente streeft naar 100% duurzaam inkopen in 2015. Het inkoopbeleid sluit daarbij dus aan op het landelijk afgesproken percentage van duurzaam inkopen. Aangezien het inkoopbeleid ook van recentere datum is dan de Milieunota 2013-2016, wordt dus ook het percentage van 100% duurzame inkoop gehanteerd en niet het percentage van 50% in 2016.

2. Is de gemeente Renkum er in geslaagd de landelijke doelstelling ‘honderd procent duurzaam inkopen per 1 januari 2015’ te realiseren?

Wij zijn als gemeente er niet in geslaagd om de landelijke doelstelling van 100% duurzaam inkopen te realiseren. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat het bijzonder lastig is om te meten wat het daadwerkelijk behaalde percentage is, met name omdat het moeilijk te definiëren is wanneer een inkoop (100%) duurzaam is.

3. Indien nee, welk percentage is gerealiseerd?

Zie het antwoord op vraag 2.

4. Indien nee, welke verklaringen zijn er voor het niet realiseren van deze doelstelling?

Zoals genoemd bij het antwoord op vraag 2, is het bijzonder lastig om te bepalen wanneer er sprake is van een duurzame inkoop. Wij kopen als gemeente een breed scala aan producten en diensten in (van pennen tot leerlingenvervoer en van straatklinkers tot diensten van adviesbureaus), en voor niet al deze producten en diensten is het evident of deze duurzaam zijn geproduceerd of dat de aanbiedende partij in hun organisatie duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan. Daarnaast is de bewustwording binnen de gemeentelijke organisatie ten aanzien van duurzaam inkopen nog niet dusdanig dat dit bij alle aankopen en aanbestedingen een bewuste overweging is.

5. De hiervoor genoemde quick scan bevat een aantal vragen die te maken hebben met duurzaam-heidaspecten bij inkopen. We hebben enkele van deze aspecten in de onderstaande tabel geselec-teerd. Wij vragen u met ja of nee aan te geven of bij het inkopen door de gemeente al aan deze aspecten is voldaan.
Ja Nee
De gemeente past bij aanbestedingen consequent de principes toe van Total Cost of Ownership en EMVI (i.p.v. laagste prijs).  Nee
Waar relevant verlangt de gemeente van leveranciers dat ze zich inzetten voor betere internationale arbeidsvoorwaarden (tegen kinderarbeid en hongerlonen). Bijvoorbeeld door aansluiting te zoeken bij een erkend keten-initiatief.  Nee
De gemeente koopt voor haar eigen gebruik 100% groene stroom in (verlichting, gebouwen etc.).  Nee
Bij aanschaf van bedrijfsauto’s speelt duurzaamheid een belangrijke rol en wordt uitgegaan van auto’s met minimaal een A of B label en waar mogelijk wordt gereden op groen gas of elektrisch.

Nee
De gemeente let expliciet op duurzaamheid / MVO-prestaties bij het aangaan of vernieuwen van contracten met financiële dienstverleners (denk aan banken  accountants, verzekeringen e.d.).  Nee
De gemeente voldoet aan de ambitie van 5% social return per aanbesteding (bij aanbestedingen boven de € 250.000).  Nee
De gemeente geeft expliciet in haar duurzaam inkoopbeleid aan om waar mogelijk kansen te scheppen voor lokale en regionale ondernemers. Ja

Opgemerkt moet worden dat uit bovenstaande tabel niet moet worden geconcludeerd dat er in het geheel geen aandacht wordt besteed aan duurzaamheid bij het inkopen. Daar waar in de tabel soms ‘nee’ is ingevuld zou ‘deels’ beter van toepassing zijn geweest. Duurzaamheid wordt bij een groot deel van de inkopen namelijk wel meegenomen in de afweging.

6. In de ‘Kadernota duurzaam Renkum’ wordt o.a. aangegeven dat jaarlijks doelen zullen worden opgesteld. Dit aan de hand van ervaring, voortgang, mogelijkheden van techniek en opgave rijks-overheid. In het meerjarenbeleidsplan 2014-2018 zijn echter geen doelen over duurzaam inkopen opgenomen. Moet hieruit worden geconcludeerd dat het college voor die periode geen doelen heeft gesteld?

De Kadernota Duurzaam Renkum is vastgesteld in 2010 toen de landelijke doelstelling van 100% duurzaam inkopen nog niet was geformuleerd. Zodoende was het ten tijde van het schrijven van de kadernota logisch dat er stapsgewijze jaarlijkse doelen zouden worden geformuleerd voor wat betreft het duurzaam inkopen. Nu de doelstelling dat 100% van de inkopen per 1 januari 2015 duurzaam moet zijn landelijk is geregeld, is het niet langer noodzakelijk (en zelfs mogelijk, omdat het maximum haalbare percentage nu de norm is) dat de gemeente Renkum voor zichzelf nog jaarlijkse doelen hieromtrent opstelt.

7. Indien het antwoord op de vorige vraag neen is, welke doelstellingen t.a.v. duurzaam inkopen gelden voor de periode 2014-2018?

Zoals blijkt uit de beantwoording van vraag 6, is het niet langer noodzakelijk om lokale (prestatie) doelstellingen ten aanzien van het duurzaam inkopen te formuleren. Het uitgangspunt is immers 100% duurzame inkoop.

Verder hebben we wel de afgelopen jaren geïnvesteerd in het vergroten van de bewustwording binnen de organisatie voor duurzaamheid (o.a. duurzaamheidsambassadeurs in een groot aantal teams). Om over meer handvatten te beschikken over wat 100% duurzaam inkopen voor de organisatie betekent, gaan we aan de slag met het opstellen van een Uitvoeringsplan duurzaam inkopen. Doel hiervan is om duurzaam inkopen beter te borgen in de organisatie en de landelijke doelstelling van 100% duurzaam inkopen te kunnen behalen. Daarbij blijft het vergroten van de bewustwording ten aanzien van duurzaam inkopen in de organisatie belangrijk.

Tevens zullen standaard monitoringsmomenten worden ingebouwd om het duurzaam inkopen beter te kunnen volgen. Het eerste monitoringsmoment kan in de vorm van een audit zijn, zodat inzichtelijk wordt waar we exact staan als organisatie en waar de focus nadrukkelijk op zou moeten liggen om het duurzaam inkopen te vergroten.